Friends are flowers that never fade - This Must Be the Place

Film: This Must Be The Place (TMBTP, 2011).

Regie: Paolo Sorrentino.

Verhaal: A bored, retired rock star - Cheyenne (Sean Penn) - sets out to find his father's camp bully, an ex-Nazi war criminal who is a refugee in the U.S. (IMDB).

Het fijne scenario (los en open van compositie) kan niet verhullen: dat de conventionele psychologie en narratieve sjablonen van TMBTP op een fundament van schunnige Auschwitzkitsch zijn gevestigd. TMBTP suggereert dat genezing van trauma’s mogelijk en makkelijk is – dat dat eigenlijk een mooi avontuur is.

Penn/Cheyenne gebruikt make-up, heeft zijn haar geverfd en draagt alleen zwarte kleren. Daardoor duurt het iets langer voordat je door hebt dat je naar conventionele shit zit te kijken.

Voor Penn is een mens een verzameling tics: een loopje, een lachje, een staar, het wegblazen van een haarpluk.

Sean Penn speelt acteur Sean Penn die een gelaagd karakter vertolkt: maar ik heb geen zin om te spelen dat ik dat intelligent of ontroerend of onderhoudend of interessant vind.

Als je een beetje om Penn’s ego heenkijkt: zie je de echte protagonist van TMBTP, het netvlies van regisseur Sorrentino. Het camerawerk van TMBTP is opvallend sterk.

Beste scène: de bardialoog tussen Cheyenne en een plaatselijke tattoo-koning.

Ook goed: Cheyenne verslaat een tiener bij een potje tafeltennis.

En: squashen in een leeg zwembad.

Mooi: de intimiteit tussen Penn/Cheyenne en een serveerster wordt niet geconsumeerd, in een sequentie waarin hun handelingen, nadat ze afscheid hebben genomen, met elkaar zijn verknipt, zie je dat ze wel aan elkaar blijven denken.

David Byrne heeft: speciaal voor TMBTP vele minuten meuk gecomponeerd.

Frappant: ik liep de bios in met nat haar (voorjaarsregen), maar het was halverwege de filmvertoning al droog.

Vermoeiend: exploitatie van oorlogsleed, wenteling in slachtofferschap, de uitnodiging je te identificeren met slachtoffers, zodat ‘de anderen’ (nazi’s, Duitsers) wel de ‘absolute daders’ moeten zijn. Het kwaad valt in dit soort films altijd makkelijk te lokaliseren en het ligt altijd buiten de protagonist (en daarmee buiten het publiek). De anderen zijn slecht. Ons mankeert niets.

Onuitstaanbaar: het irritante lachje waarmee we Penn/Cheyenne aan het slot van de film onder een raam zien staan – zonder zwarte kleren, zonder make-up. Dankzij de vliegveldsigaret die hij kort daarvoor heeft gerookt, weten we al dat hij in het reine is gekomen met het verleden van zijn vader (lang verhaal), hij heeft een reis gemaakt met als eindpunt: volwassenheid. Fijn Sorrentino, geloof je ’t zelf?

Per saldo: neemt TMBTP het helemaal niet op voor mensen die anders zijn of zich anders kleden of anders gedragen – de film suggereert dat afwijken ziek is en dat genezing van onverwerkt leed vanzelf tot aanpassing leidt. Ik vrees dat de film minder anti-fascistisch en verdraagzaam is dan de regisseur zelf denkt.

Eindoordeel: overslaan, één uitgebrande pick up truck (1/5). De vorige speelfilms van Sorrentino - Il divo (2008) en Le conseguenze dell'amore (2004) - zijn beter, waarachtiger.

Affiche: movieposterdb.com.