Conceptuele kunst

Voor mij zaten twee schilders, allebei halverwege de zestig. Zelfs op de rug gezien hadden ze het woeste en doorleefde charisma van mannen die hun hele leven een eigen orde op de chaos hebben bevochten. Ze waren verbitterd uit de strijd gekomen. De hele tramrit klaagden ze over collega’s die beroemd waren geworden met wat de twee misprijzend ‘ideeënkunst’ noemden. Ze spraken er schande van dat je erkenning en invloed kon krijgen zonder ‘een ambacht’ te beheersen.
‘Denken is ook een ambacht,’ zei ik.
De ruggen verroerden zich niet.