Mozart, bier en aardbeien – een Utopie














‘Op de ochtend dat twee vliegtuigen zich met gecomponeerde precisie in het World Trade Center van New York boorden, zag Mauro in het parkje van Pechère aan de voet van de Kunstberg enkele studenten jeu de boules spelen in de najaarszon, bekeken en aangemoedigd door bouwvakkers die uitrustten op de betonnen rand van een leeggepompte vijver. De arbeiders droegen werkschoenen en spijkerbroeken met cementvlekken, hun helmen lagen als trofeeën op de vijverrand. De studenten liepen op sportschoenen en droegen dezelfde soort spijkerbroek als de werkmannen. Zo simpel zag de utopie er dus uit, een andere wereld was wel degelijk mogelijk; in het arbeidersparadijs zal het onderscheid tussen hen die werken, spelen en studeren niet groter zijn dan tussen de wolken aan de hemel op een rustige septemberdag.’

Een alinea uit het achtste hoofdstuk van Daniël Rovers’ Elf (Uitgeverij Wereldbibliotheek, 2010, p.99).

Merk op dat deze alinea niet alleen in de hemel eindigt, maar daar ook begint. De vraag is natuurlijk welke verbanden je kunt, mag of moet leggen tussen terreur en Utopieën.

Eerder, in het hetzelfde hoofdstuk, lees je trouwens de volgende geestige regels:

‘Mauro noemde zichzelf pianist-marxist, en als men op feestjes vroeg of dat wel een koosjere combinatie was, dan antwoordde hij strijdvaardig dat Trotski piano had gespeeld en Lenin graag naar kamermuziek luisterde. Het communisme moest niet met sensuele ascese worden verward; volgens Mauro – en als hij het vertelde verscheen er een grijns op zijn gezicht – moest de revolutie de mogelijkheid bieden om avonden achtereen te genieten van Mozart, bier en aardbeien, een combinatie die wat hem betreft de heilstaat belichaamde.’

En dan nu de essayopdracht voor dit weekeinde:

Behalve de namen Marx, Lenin, Trotski vallen ook die van bijvoorbeeld Castro en Stalin in Rovers’ roman. Bovendien stuit je op begrippen als consumentisme en kapitalisme. Kun je uit de verschillende hoofdstukken opmaken of de verteller (en wellicht de auteur) zelf een ideaalbeeld van onze wereld koestert?
Hoe impliciet/expliciet? Betrek in je betoog in ieder geval de wolken/Castro vergelijking op pagina 33 en probeer een brug te slaan tussen het slothoofdstuk en de opmerking over God/alwetende vertellers op pagina 124. Verdien extra punten met een betooglijn waarin je onderbouwt/ondermijnt dat literatuur/film/dans/muziek in deze roman als allerindividueelst Utopia (kunnen) gelden.

Veel succes!

Festival Winternachten/Writers Unlimited dat volgende week plaatsvindt in Den Haag staat helemaal in het teken van betere werelden.

P.S. Het is even zoeken, maar die foto... dat is een foto van een vliegtuig.